CrematoriumNazorgVraag en Antwoord

Crematie na een begraving, kan dat?

putkerkhofEen crematie na een begraving, teraardebestelling, kan in Vlaanderen enkel wanneer nabestaanden zich goed motiveren tegenover de burgemeester die verantwoordelijk is voor de begraafplaats alwaar het stoffelijk overschot begraven ligt.  Tien jaar grafrust is een minimum in Vlaanderen, waarbij enkel de burgemeester kan een ontgraving toestaan binnen deze tien jaar. Nabestaanden kunnen in samenspraak met een begrafenisondernemer een aanvraag indienen bij de gemeente of stad alwaar de begraafplaats gelegen is.  Deze aanvraag moet voldoende gemotiveerd zijn.

Indien de stad of gemeente goedkeuring geeft tot ontgraving, zal de begrafenisondernemer de verdere documenten in orde maken om over te gaan tot crematie.  Als alle documenten in orde zijn, kan de dag van ontgraving gepland worden.  Hierbij wordt door de lokale politie een proces verbaal opgemaakt, want bij de ontgraving zal een agent aanwezig zijn.  Eventueel zelfs iemand van stad of gemeente.

De ontgraving zelf

De ontgraving zal plaatsvinden wanneer de begraafplaats gesloten is, veelal vroeg in de ochtend.  Stoffelijke resten van de overledene worden in een nieuwe lijkkist geplaatst.  Deze nieuwe kist is verplicht voor het vervoer en voor de crematie.  Wanneer alle stoffelijke resten in de kist geplaatst zijn, rijdt de begrafenisondernemer met de stoffelijke resten naar het crematorium.

Het crematorium wordt door de begrafenisondernemer geboekt, zodat de crematie vrijwel meteen kan starten.  Na crematie haalt de begrafenisondernemer de as op voor de nabestaanden en kan met overgaan tot de asbestemming.

Dit kan geld kosten

Bij heel deze procedure moet men rekening houden dat er grote kosten komen kijken.  Zo kan een stad of gemeente een hoge taks heffen op het ontgraven van een stoffelijk overschot.  In sommige gemeenten loopt deze taks op tot 1.590 euro of meer.  Daarenboven moet men de kost van de crematie (500 euro à 650 euro) en een nieuwe kist rekenen.  Ook de uren en het vervoer die de begrafenisondernemer voor zich neemt, moeten worden vergoed.

Het ontgraven en cremeren van een stoffelijk overschot kan dus wel wat geld kosten.  Goed informeren alvorens stappen te ondernemen is een must.  Uw begrafenisondernemer kan u hierbij perfect bijstaan.

Herbegraving na ontgraving

7. Als een overledene in een andere gemeente wordt herbegraven, moet de burgemeester van de gemeente waar de overledene begraven werd toestemming verlenen voor het opgraven van het stoffelijk overschot en moet de burgemeester van de gemeente waar hij wordt herbegraven een toestemming tot herbegraven geven.
De artikelen 8 tot en met 12 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 bevatten nadere regelen voor een opgraving.
Het verlenen van een toestemming tot opgraving door de burgemeester kan enkel om ernstige redenen. Het besluit van 14 mei 2004 voorzag oorspronkelijk dat behoudens gerechtelijk bevel een opgraving verboden was gedurende de eerste tien jaar na begraving. Het hiervoor vermelde besluit van de Vlaamse Regering van 2 december 2005 tot wijziging van het besluit van 14 mei 2004, schaft dit verbod tot opgraving gedurende de eerste tien jaar na begraving af. Bijgevolg zal de burgemeester zowel de eerste tien jaar na de begraving als daarna een toestemming tot opgraving kunnen verlenen om ernstige redenen.

Het behoort tot de gemeentelijke autonomie om te bepalen wat deze ernstige redenen kunnen zijn. Als voorbeeld hierbij kan de opgraving van een stoffelijk overschot met de bedoeling het te herbegraven op een begraafplaats die dichter bij de nabestaanden gelegen is vermeld worden.
Tijdens de opgraving wordt de plaats ervan voor het publiek visueel afgeschermd. De personen die belast zijn met de opgravingwerkzaamheden moeten voldoende opgeleid zijn en moeten beschermende kledij dragen. Als wordt vastgesteld dat kledingstukken of andere omhulsels het verteringsproces ernstig vertragen moet de ondoordringbaarheid voor lucht van deze omhulsels bij herkisting worden opgeheven. Zo mogelijk wordt het storende omhulsel verwijderd.
Bij het transport van onverteerde resten wordt gebruikgemaakt van een al dan niet herbruikbare lucht en vloeistofdichte kist. Zo deze kist uitsluitend voor het vervoer is bestemd, mag deze kist vervaardigd zijn uit niet afbreekbaar materiaal.
Als de bestemming van het lijk buiten de begraafplaats van opgraving is gelegen, moet het lijk in afwachting van vervoer worden bewaard in een lucht- en lekdichte kist.

 

Crematie na ontgraving:

2. Voor crematie na opgraving is de door artikel 4 bedoelde toestemming tot opgraving vereist.

Na het verlenen van de toestemming tot opgraving wordt de aanvraag voor toestemming tot crematie doorgestuurd aan de procureur des Konings van het arrondissement van de plaats waar het crematorium of de hoofdverblijfplaats van de aanvrager is gevestigd, van de plaats van overlijden of van de plaats waar het stoffelijke overschot begraven is.

Bij deze aanvraag voor toestemming dient in voorkomend geval een attest van registratie in de bevolkingsregisters van de laatste wilsbeschikking van de overledene inzake de wijze van lijkbezorging gevoegd te worden.

De procureur des Konings aan wie de aanvraag gericht is, kan aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de plaats waar het overlijden vastgesteld werd, vragen hem een dossier dat het in artikel 77 of in artikel 81 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde attest bevat, over te zenden. Indien dit attest ontbreekt, wordt daarvan door de betrokken ambtenaar de reden opgegeven.

De toestemming tot crematie wordt geweigerd of toegestaan door de procureur des Konings aan wie de aanvraag tot crematie gericht is.

Gerelateerde onderwerpen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back to top button