Het pensioen na overlijden

Het pensioen na overlijden, hoe dat te regelen

Na een overlijden moet u ook de Rijksdienst Voor “Pensioenen” niet meer meteen inlichten als de overledene gepensioneerd was. Normaal wordt de RVP door via de aanpassing van het rijksregister ingelicht. Dit gebeurt vanaf de aangifte van overlijden en doordat het rijksregister wordt aangepast.

Indien u dit wenst kan u toch zelf contact opnemen met de RVP en een akte van overlijden bezorgen. Waarop u de gegevens van de overledene (zijn pensioennummer) op noteert. Hiermee kan u de stopzetting van de uitkering van het pensioen aanvragen of het weduwenpensioen aanvragen.

Dit laatste moet in elk geval gebeuren als het pensioen van een andere dienst afkomstig is, bijv. voor ambtenaren het Ministerie van Financiën. Indien in de overlijdensmaand het pensioen nog niet werd uitgekeerd, kan enkel de echtgenoot of echtgenote het nog ontvangen.

Was de overledene nog niet gepensioneerd?

Dan dient de weduwe of weduwnaar zo snel mogelijk een overlevingspensioen aan te vragen bij de gemeentelijke sociale dienst. Men moet hiervoor wel voldoen aan de voorwaarden die gesteld worden om het overlevingspensioen te kunnen verkrijgen.

Indien de overledene werkte bij een openbare dienst

Indien de overledene reeds gepensioneerd was, stuur dan voor overlevingspensioen een uittreksel en een aanvraag naar de “FOD Financiën, Administratie der Pensioenen, Victor Hortaplein 40 bus 30 te 1060 Brussel”, of voor stopzetting naar de “Administratie der Pensioenen, Kunstlaan 30 te 1040 Brussel”.

In geval dat de betrokkene nog in actieve dienst was, dan moet u zich wenden tot de personeelsdienst van de betreffende administratie.

Back to top button