Er komen te veel klachten van Gentenaars die vinden dat de begraafplaatsen slecht worden onderhouden. Het idee was om van de begraafplaatsen ‘begraafparken’ te maken, waar zeldzame planten kunnen bloeien. Maar het onderhoud laat vaak te wensen over.  Er kwamen meerdere klachten binnen over het slechte onderhoud van de mooie begraafplaatsen die in Gent te vinden zijn.

Sinds het afschaffen van het gebruik van pesticiden enkele jaren geleden, is het onderhoud van de begraafplaatsen voor veel gemeenten een echte uitdaging.  Niet alleen is het kostelijk omdat de inzet van personeel hoog is.  Zeker bij warme dagen gevolgd door regenachtige dagen, geeft het de groei van onkruid een enorme groei.  Het is niet eenvoudig om begraafplaatsen zonder onkruid te houden, niet alleen op de paden maar ook rond de graven, waar grassen vaak hoog kunnen komen te staan.

“We gaan bijsturen”

“We gaan bijsturen, want het is belangrijk dat de begraafplaatsen er verzorgd bij liggen”, zegt Mieke Van Hecke (CD&V).  In de gemeenteraad ging het voor de zoveelste keer over de begraafplaatsen. Sinds de stad besloten heeft die anders aan te pakken, regent het klachten van burgers. Het stadsbestuur wilde komaf maken met de ‘pelouses’, de strak gemaaide grasperken op alle begraafplaats.

In de plaats werd gekozen voor vergroening en verwildering met bijzondere planten.  Zo zouden de ‘begraafparken’ echt groen aanvoelen en een parkgevoel geven. Op bepaalde plaatsen zouden wilde bloemen mogen groeien. Gentenaars zouden daar dan rustig kunnen wandelen of joggen in het groen.

“Evalueren en bijsturen”

“De visie van het beheer is wel goed, maar de uitvoering niet”, geeft schepen van Burgerzaken Mieke Van Hecke toe. “We moeten meer inzetten op onderhoud en meer personeel inzetten. We gaan niet terugkeren naar de ‘pelouses’. Het moet respectvol zijn naar de nabestaanden toe. Dat is nu niet altijd het geval. Het groen heeft op bepaalde plaatsen de overhand genomen. Het is niet de bedoeling alles te laten groeien en ook niet overal. We gaan nu evalueren en bekijken waar we moeten bijsturen.”

Bron: HLN – Eigen redactie – Nieuwsblad