Wat verbrandt er bij crematie?
Een crematie gebeurt op een temperatuur van 700 tot pieken van 1200 graden Celsius. Zeer hoge temperaturen waarbij de kist en lichaam vanzelf ontbranden. Vocht en vezels van het lichaam verdampen als het ware tijdens de crematie die tot 1,5 uur kan duren per lichaam.
De crematies gebeuren altijd individueel zodat men zeker is dat een overledene altijd in de juiste urne terecht komt. Hier zijn controle functies gemaakt zodat men daarvan altijd zeker is. Wat overblijft na crematie zijn botten. Zeker geen hoopje as, zoals velen denken.
De botten en andere restanten, zoals metalen, worden in een opvang lade gebracht. De opvang lade omvat soms prothesen, juwelen en andere metalen. Deze worden gesorteerd en van de botten in de lade afgezonderd. De botten worden door de cremulator vermalen tot stof, de as zoals we dat vandaag kennen. De witte deeltjes in de as zijn heel duidelijk bot van de overledene.
Men vindt van de kist meestal niets meer terug, tenzij het om speciale houtsoorten gaat. Mahoniehout kan men wel eens terugvinden na een crematie. Maar dat is eerder een grote uitzondering. Tijdens de crematie verbrandt dus weliswaar bijna alles, alleen de botten van het lichaam blijven liggen in de oven. Door de warmte van de oven zijn deze botten (skelet) heel poreus en worden ze vermalen tot as.