Tot 1000 keer per jaar beslist een arts over iemands dood. Dat zou 1 op de 60 overlijdens in Vlaanderen per jaar betekenen. Dit is een beslissing van de arts zonder dat die persoon op zich of zijn naasten erover beslist.
Wanneer dokters het leven beëindigen zonder toestemming, gaat het vooral om zieke patiënten van 80 jaar of ouder (52,7%). In 67,1% van de gevallen verblijven die in het ziekenhuis. Dit kan men afleiden uit cijfers over levenseinde in Vlaanderen (2013), die vrijgegeven werden in het vakblad ‘The New England Journal of Medicine’. De analyse is gebaseerd op Vlaamse cijfers, die op geregelde tijdstippen verzameld worden door de ‘Onderzoeksgroep Zorg rond het Levenseinde’ van de VUB en de Universiteit Gent.
Er zijn verschillende redenen waarom de beslissing om het leven te beëindigen niet gebeurt in overleg met de patiënten: bijvoorbeeld omdat ze in coma liggen (70,1%) of omdat ze dement zijn (21,1%). In 6,4% van de gevallen korten de artsen het leven door hun tussenkomst in met een week of meer.
Levensbeëindiging zonder instemming is wettelijk verboden. “Artsen moeten de symptomen van een patiënt onder controle houden, maar het kan nooit de bedoeling zijn om de middelen voor symptoomcontrole te gebruiken om het leven te beëindigen”, reageert professor Martin Hiele van de commissie medische ethiek van de faculteit Geneeskunde van de KU Leuven.
“Maar het gebeurt wel degelijk”, vertelt Wim Distelmans, professor palliatieve geneeskunde aan de VUB. “Er zijn nu eenmaal gevallen waarin je geen instemming meer kan vragen, omdat ze niet meer gegeven kán worden.” Het aantal gevallen van levensbeëindiging zonder toestemming zit wel in dalende lijn. In 1998 – voordat de euthanasiewet in voege trad – ging het nog om dubbel zoveel sterfgevallen. “Die daling toont aan waarom een duidelijke euthanasieregeling belangrijk is”, vindt Distelmans.
Bron en citaten: The New England Journal of Medicine/hln.be